Inhoud van de IFC-gids Een eerste benadering Hoe de uitwisseling van modelgegevens via het IFC-formaat configureren? Hoe een IFC-bestand raadplegen en welke informatie erin vinden ? Wat kan je aanvangen met een IFC-bestand? Hoe de uitwisseling van modelgegevens via het IFC-formaat configureren?
Dit hoofdstuk gaat over de functionaliteiten van modelleersoftware waarmee modellen kunnen worden geconfigureerd voor export, import of het raadplegen van IFC-bestanden. De organisatie buildingSMART houdt een geüpdatete lijst bij met gecertificeerde softwarepakketten die de IFC2x3- en IFC4-schema’s ondersteunen.
De BIM-modellen in IFC-formaat worden voornamelijk gecreëerd door de modellen te exporteren vanuit modelleersoftware. De projectstructuur en informatie worden in het native formaat opgesteld en aangevuld, en vervolgens vertaald en geëxporteerd naar het IFC-formaat. Om ervoor te zorgen dat de informatie correct wordt gestructureerd in het IFC-bestand, is het essentieel om het BIM-model correct te organiseren en de exportparameters te configureren.
De eerste stap om ervoor te zorgen dat de informatie in het IFC-formaat correct wordt gestructureerd, is het native model te organiseren. Dit houdt in dat de vereiste geometrische en alfanumerieke informatie wordt geïntegreerd, georganiseerd en correct benoemd. Idealiter wordt dit bij de start van het project overeengekomen om zo de uitwisseling van informatie tussen partners te vergemakkelijken. Het wordt aanbevolen om hier steeds afspraken rond te maken. Bij gebrek aan voorafgaande afspraken is het raadzaam om te vertrouwen op referentiedocumenten die de informatievereisten specificeren en eveneens op goede modelleerpraktijken.
<aside> <img src="/icons/link_gray.svg" alt="/icons/link_gray.svg" width="40px" />
Het BIMids-platform is een van de referenties die kunnen worden gebruikt als basis om de informatievereisten te definiëren. Voor elk type object stelt het platform voor welke informatie (alfanumeriek, geometrisch en qua documentatie) in het model moet worden opgenomen, afhankelijk van het gebruik.
Recording 2024-12-19 113154.mp4
</aside>
Het BIMids-platform bevat ook een hele reeks goede modelleerpraktijken. Het platform somt onder andere de punten op die ervoor moeten zorgen dat het model goed is georganiseerd, ongeacht de gebruikte modelleersoftware. Deze praktijken hebben betrekking op het structureren van informatie, en dit zowel op model- als op elementniveau. Op het BIMids-platform vindt u gedetailleerde informatie over de volgende aspecten:
Aandachtspunten op modelniveau:
Aandachtspunten op elementniveau:
Een gebouw georefereren houdt in dat de locatie wordt bepaald in een coördinatensysteem zoals het systeem dat door gps wordt gebruikt. Hierdoor kunnen modellen in de echte wereld worden gepositioneerd met precieze breedte-, lengte- en soms hoogtecoördinaten. Georefereren is cruciaal om bewerkingen op meerdere modellen te automatiseren, waardoor het eenvoudiger is om ze samen te brengen. Deze superpositie maakt bijvoorbeeld coördinatie en detectie van conflicten tussen modellen van verschillende disciplines mogelijk.
De configuratie van de parameters voor export naar het IFC-formaat vormt de tweede stap om een gestructureerd IFC-bestand te garanderen. Hiermee is het mogelijk om het deel van de informatie in het native model te selecteren dat geëxporteerd moet worden en om de manier te bepalen hoe deze informatie in het IFC-formaat gestructureerd wordt. Deze configuratie houdt onder andere de bepaling in van:
Het is raadzaam om in een vroeg stadium van het project verschillende configuraties te testen. Op die manier kan worden bepaald welke configuraties de beste resultaten opleveren. Deze stap maakt deel uit van het voorbereidingsproces voor de mobilisatiefase, in overeenstemming met de ISO-norm 19650-2.